Na een zware nachtweek in het FMC is de tijd gekomen voor zon, zee en strand…. Sunshine Coast it is!
First time back at Adelaide Airport… 🙂 Gelukkig gaat het richting ontspanning, zon, zee, strand en avontuur!
We landen in Brisbane en worden verwelkomd door een zeer aangename 28°. Een korte city trip door het stadscentrum brengt ons al snel langs de voornaamste historische bezienswaardigheden en met dank aan onze ingebouwde radar, hebben we meteen ook het shopping district ontdekt.
De South Bank van Brisbane is een aangename en verkoelende verrassing. Een artificieel aangelegd meer en strand vlak aan de Brisbane River en met panoramisch uitzicht op de skyline. Schoenen uit en pootje baden!
De dag nadien gaat onze trip richting Noosa Heads, in de Australische volksmond ook wel ‘the gateway to heaven’ genoemd. Het prachtige zandstrand, de heerlijke restaurants en prachtige villa’s aan de Noosa River doen deze badplaats alle eer aan. Bij deze hebben we onze voornaamste bezigheden opgenoemd, nl. zonnen op Noosa Beach, afkoelen in het heerlijk verfrissend water en nadien lekker dineren! Dank je Charisse en Joris voor de overheerlijke tip!
Als we onze spullen pakken om door te rijden naar Hervey Bay en Fraser Island, horen we elkaar stilletjes denken ….’aan alle mooie liedjes komt een eind’…. Maar toen wisten we nog niet welk fantastisch avontuur ons nog te wachten stond…. !!
Aangezien kapitein Peter ons om 7.30u aan boord van zijn ‘Blue Dolphin’ catamaran verwacht, springen (lees slepen) we om 4u uit bed en rijden richting Hervey Bay! Onder een licht bewolkte hemel, op een catamaran die zich tegen de stroom in een weg beukt diep in de baai, en met een protesterend ontbijt, zijn de eerste uren van onze tocht een kleine beproeving voor ons. Aangezien we op het einde van het seizoen zijn, is iedereen – crew inclusief – een beetje gespannen en erop gebrand om tenminste 1 walvis te spotten.
Jaaaa!! Look look! Daar in de verte…. Wouw!!
Ons geduld wordt – dubbel en dik- beloond want daar zijn ze, een moeder humpback whale met kalfje! Onder een – ondertussen doorgebroken – stralende zon voelen onze reusachtige vrienden zich blijkbaar goed in hun sas, want ze trakteren ons op een ongezien spektakel. Een lobtail hier, een rol daar en de ene breach gevolgd door de andere! Alsof dit nog niet voldoende was, komen moeder en kalf rustig rond onze boot dobberen…. Toch een bijzondere ervaring om deze kolossen op enkele meters van je boot(je) te zien en voelen!
De weg terug naar het vasteland verloopt alvast een pakker vlotter en vlakker, dus we genieten op het dek van een mooie (ondergaande) zon, lekkere hapjes, fruit en drankjes. Alleen jammer dat ik ’s avonds nog het gevoel heb dat ik mijn pasta in een kajuit aan het nuttigen ben…. zeemansbenen?
De laatste etappe in onze Sunshine Coast trip is er ééntje met een avontuurlijke toets. We huren een 4×4 Jeep en trekken op verkenning naar Fraser Isalnd, het grootste zandeiland ter wereld dat uniek is door het feit dat het binnenland begroeid is met regenwoud. Terwijl we aanschuiven bij de ferry, laten we, onder algemeen advies en lichte druk van menig gids, de druk van onze banden. Door de vele (horror) verhalen en safety briefings, is er toch sprake van een zekere gezonde spanning….
De ferry meert aan, de klep valt met een doffe plof op het mulle zand en HERE WE GO! Eerst rijden we met een zekere voorzichtigheid en vorm van gewenning (zeker doordat we in het eerste half uur al een aantal mensen zichzelf hopeloos zien vast rijden), maar al snel banen we ons vrolijk en handig een weg door het zand, de bergen, de putten en andere obstakels. Genieten, maar safety first! 🙂
We verkennen eerst het binnenland en na een eerste succesvolle roadloop komen we aan bij Lake Mckenzie, een prachtig meer met zandstrand temidden van het regenwoud. Vanwege de vele Dingo’s beslissen we onze lunch toch maar in de beschermde zone te nuttigen. Daarna zet de weg zich – hobbelig – verder richting onze slaapplaats aan het strand en Lake Wabbie.
Op dag twee staat de Seventy Five Mile Beach Road op ons programma. Aangezien er op Fraser Island geen wegen zijn, geldt de kuststrook als highway. Je moet de weg wel delen met de vliegtuigen die op het strand landen en opstijgen. Na The Pinnacles en Maheno Shipwrack, een in 1935 gestrand schip, rijden we naar en door Eli Creek. Een pittoresk ‘beekje’ met naar verluidt het helderste water op het continent….het lijkt ons alvast niet gelogen.
Korte samenvatting van de namiddag: meer zand, meer obstakels, meer chauffeurs (we hebben beide ons deel van het hindernissen parcours voor onze rekening genomen), de wagen voor én achter ons lostrekken (duwen), zelf overal door en over hobbelen en heerlijk uitblazen aan Lake Birrabeen!
Achteraf gezien halen we dubbel en dik onze slag thuis door het advies om deze tour niet op eigen houtje te doen, in de wind te slaan! Een echte aanrader!!!



















